Interview
Zeewier tussen de molens
De wateren in een windmolenpark zijn niet geschikt voor visserij, scheepvaart of recreatie. Toch kun je die gebieden nuttig gebruiken, stellen onderzoekers: namelijk voor zeewierkweek. Hoe werkt dat, en waar zitten de uitdagingen?
“Zeewier kan een rol spelen in onze voedselvoorziening, bijvoorbeeld als voedingssupplement of in vleesvervangers”, zegt Reinier Nauta van Wageningen Marine Research. “En je kunt er hoogwaardige stoffen uit halen die nuttig zijn in veevoer of als bemesting.”
Op zee
Het klinkt ideaal, maar de uitdagingen zijn groot. “Zeewier wordt gezaaid in het najaar, en je oogst het in het voorjaar”, zegt Nauta. “Precies in het stormseizoen, als de zee op zijn ruwst is, heb je je gewas in zee liggen. Dat is technisch lastig: de stroming zet veel druk op het systeem. Het is heel kwetsbaar. Daarin zijn zeker nog wat slagen te maken.”
Daarnaast zijn er zorgen om de impact die zeewierkweek op de omgeving heeft. Om dit alles te onderzoeken, werkt Wageningen Marine Research samen met andere Wageningse instituten, zoals Wageningen Plant Research. Samen bestuderen ze zeewierkweek in proeflocaties langs de Noordzeekust. Proeflocaties in windmolenparken zijn er in Nederland nog niet; in België al wel, maar nog altijd kleinschalig.
“Op de proeflocaties liggen boeien, verankerd aan de zeebodem”, vertelt Nauta. “Die zijn onderling verbonden met kabels waartussen je lijnen of netten kunt spannen. Daaraan groeit het zeewier.” De lijnen of netten zijn behandeld met een lijmstof waar de ‘zaadjes’ van het zeewier in zitten. Daaruit groeien uiteindelijk grote lappen suikerwier, die tot wel anderhalf meter lang zijn.
In perspectief
Om te kunnen groeien, nemen zeewieren stikstof en fosfaat op uit het omringende water. “Dat zijn ook de voedingsstoffen waar de rest van het ecosysteem op draait”, vertelt Nauta. “Dat levert dus concurrentie op. Wat betekent dat voor de hoeveelheid plankton in zee, en hoe werkt dat door in de rest van de voedselketen?”
Volgens eerste schattingen zou je 150 vierkante kilometer zeewierkweek kunnen realiseren zonder het ecosysteem te veel te belasten. “Dit past gemakkelijk in de beoogde windmolenparken”, zegt Nauta. “Daarbij is het goed dit in perspectief te plaatsen. Kijk eens naar ons hele agrarische areaal. Ruim 50 procent van het oppervlak van Nederland, inclusief binnenwateren en IJsselmeer etcetera maar exclusief de Nederlandse Noordzee, wordt gebruikt voor agrarische doeleinden. Dat komt neer op ruim 22 dúizend vierkante kilometer.”
Complex ecosysteem
Nauta vroeg het onderzoeksinstituut Deltares een modelberekening te maken om de impact van dergelijke zeewierkweek op het plantaardige plankton te berekenen. “Daar kwam uit dat die invloed beperkt is”, zegt Nauta, “maar dat die zich wel uitstrekt over vele kilometers stroomafwaarts. Dat hadden we al wel verwacht, maar het is nu voor het eerst kwantitatief in beeld gebracht.”
Er is dus een invloed op het plantaardig plankton, maar wat betekent dat voor de rest van de voedselketen, bijvoorbeeld voor de platvissen en garnalen? “Dat is lastiger te berekenen, omdat het gaat om een heel complex ecosysteem dat ook onderhevig is aan invloeden van buitenaf”, antwoordt Nauta. “We gaan de ecologische impact verder onderzoeken met een combinatie van modellen en experimenten. We willen gaan toetsen in hoeverre de praktijk overeenkomt met de theorie.”
Economisch interessant
Daarnaast werken Nauta en zijn collega’s aan het vergroten van de productie van het zeewier, een belangrijk onderwerp voor de economische haalbaarheid van zeewierkweek. “Hoe kun je die lijnen het beste ophangen om de grootste opbrengst te krijgen?”, noemt hij als voorbeeld. “En kun je de opbrengst vergroten door klassieke veredeling? Dat laatste roept ethische en ecologische vragen op, waar we als maatschappij een standpunt over moeten innemen.”
Gaat zeewierkweek in Nederland dan ooit echt zoden aan de dijk zetten? “Zeewierkweek zal qua volume in Nederland niet direct een mega-industrie worden”, voorspelt Nauta. “Kijk alleen maar eens naar ons totale landbouwareaal. Daarbij vergeleken is die 150 vierkante kilometer echt peanuts.” Toch kan zeewier economisch interessant worden, dankzij de opbrengst aan hoogwaardige stoffen.
“En ik denk dat de vraag naar Europees zeewier zal toenemen als consumenten steeds kritischer worden ten aanzien van Aziatisch zeewier. Naast het feit dat wij schonere wateren hebben, wat bijdraagt aan de kwaliteit, kiezen ook steeds meer mensen bewust voor producten van dichter bij huis.”