category_news

Invasie niet-inheemse reptielensoorten zet door in de Kleine Antillen

Gepubliceerd op
25 februari 2023

In 2022 zijn twee nieuwe niet-inheemse reptielsoorten gevonden op Sint Eustatius. Het gaat om de Underwoods brilteju en de tjiktjak. Beide diersoorten hebben zich waarschijnlijk recent op het eiland gevestigd. De afgelopen jaren neemt het aantal niet-inheemse reptielensoorten in de Kleine Antillen snel toe, en dit vraagt om een betere aanpak van de bioveiligheid in de zeehavens van de regio.

Twee nieuwkomers

De Underwoods brilteju (Latijnse naam: Gymnophthalmus underwoodi) komt oorspronkelijk voor in Zuid-Amerika en de zuidelijkste eilanden van de Kleine Antillen. Echter zijn er in de laatste jaren meerdere populaties gevestigd in meer noordelijk gelegen gebieden. Zo werd de soort in 2021 op Saba beschreven, en eerder al ook voor Sint Maarten en Florida. De huidige opmars van niet-inheemse populaties is gelinkt aan het transport van goederen via zee. Op Sint Eustatius wordt Underwoods brilteju sinds 2020 over het hele eiland waargenomen. Bijzonder aan deze kleine hagedissensoort is dat alle individuen vrouwtjes zijn en er geen mannetjes nodig zijn voor de voortplanting (parthenogenese). Mede hierdoor is het dier goed in staat zich snel te vermenigvuldigen nadat het in nieuwe gebieden binnenkomt.

Sommige mensen zullen de tjiktjak (Hemidactylus frenatus) kennen als huisdier van terrariumfanaten, echter komt deze gekko ook veelvuldig voor in het wild. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied ligt in Zuidoost Azië, maar inmiddels is dit uitgebreid naar Australië en Noord- en Zuid-Amerika, als tevens Sint Maarten. Nu is de soort dus ook vastgesteld voor Sint Eustatius, waar ook een andere Hemidactylus-soort voorkomt, namelijk de huisgekko (Hemidactylus mabouia). Ook deze gekko is niet inheems op het eiland, met een oorspronkelijk verspreidingsgebied in het Sub-Saharagebied van Afrika. De huisgekko komt echter al een langere tijd voor op het eiland. Eerder is aangetoond dat de tjiktjak competitiever is dan de huisgekko. Het ligt dus in de lijn der verwachtingen dat de huisgekko hierdoor uiteindelijk van Sint Eustatius verdwijnt. Na de paring kan een vrouwelijke tjiktjak het sperma tot wel 36 weken bij haar dragen om succesvolle bevruchting van eitjes te garanderen. Deze eigenschap speelt wellicht een belangrijke rol bij het vestigen van de soort op een nieuw eiland.

Toename niet-inheemse diersoorten in de regio

In de afgelopen jaren neemt het aantal populaties van niet-inheemse reptielensoorten op Sint Eustatius en Saba opvallend toe. Zo werd recent op Saba ook de gewone wormslang (Indotyphlops braminus) gevonden, een niet-inheemse wormslangensoort die al eerder op Sint Eustatius was gevonden. Ook worden er regelmatig groene leguanen (Iguana iguana) gevonden op de eilanden, die als verstekeling meekomen op vrachtschepen.

Opvallend is dat de meeste geïntroduceerde soorten eerst op Sint Maarten gemeld worden, en enkele jaren daarna op de kleine eilanden daaromheen. Saba en Sint Eustatius worden veelal vanuit Sint Maarten en Florida met goederen bevoorraad, waarmee deze havens van oorsprong dus een belangrijke negatieve rol hebben bij de verspreiding van niet-inheemse dieren in de regio. Het is dus zeer urgent dat er meer aandacht komt voor werkmethodes en protocollen omtrent bioveiligheid voor alle havens.

Er is weinig bekend over de invloed van beide soorten op de ecologie van Sint Eustatius. Wel is bekend dat introductie van niet-inheemse organismen wereldwijd één van de grootste factoren is in de achteruitgang van de biodiversiteit. Geïntroduceerde planten en dieren kunnen bijvoorbeeld de oorspronkelijke organismen wegconcurreren, genetisch vervuilen of ziektes en plagen meebrengen.

Leguanen

Zowel Sint Eustatius als Saba huisvesten unieke en kritisch bedreigde leguanenpopulaties. Naast een ernstig verlies van (de kwaliteit van) woongebied is de introductie van de niet-inheemse groene leguaan zelfs de grootste bedreiging voor deze oorspronkelijk voorkomende leguanen. Problematisch is dan vooral ook de aanwezigheid van een grote niet-inheemse leguanenpopulatie op Sint Maarten die meestal de bron van oorsprong is geworden van niet-inheemse dieren die naar Saba en St. Eustatius meeliften. Wanneer deze meegelifte groene leguanen zich weten voort te planten op Saba en St. Eustatius, kan dit het einde betekenen voor de unieke leguanen daar. Het is dus van groot belang dat de bioveiligheid in de havens binnen het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk wordt aangescherpt, om de unieke flora en fauna van de eilanden onderling beter te beschermen.

Meer informatie

De vestiging van beide nieuwe soorten op Sint Eustatius is beschreven in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Carribean Herpetology.